Tips voor het aanbrengen van structuur in je onderzoek
Je bent al weken bezig met je scriptie of stageverslag. Eindelijk begint hij echt vorm te krijgen. De hoofdstukken zijn al 10.000 keer aangepast en je bent drie keer van onderwerp veranderd, maar je zit op het goede pad! Nu laat je hem lezen aan je klasgenoot, maar die begrijpt alles nog niet helemaal. Terwijl het voor jou enorm duidelijk is. Herkenbaar? Lees dan verder!
(Heb je bepaalde richtlijnen vanuit je opleiding? Houd je daar dan aan)
Gebruik inleidingen en conclusies
Start elk hoofdstuk of paragraaf met een inleiding, eindig altijd met een conclusie. Aan het begin van het hoofdstuk schrijf je de aanleiding en wat je gaat doen. In de conclusie geef je aan wat hieruit is gekomen. Voorbeeld:
(inleiding) In de vorige paragraaf werd duidelijk dat het product offline goed verkocht wordt, maar dat online de verkopen laag zijn. Daarom is er in deze paragraaf gekeken naar het aantal bezoekers op de website en het gedrag van deze bezoekers.
(conclusie) Uit het onderzoek naar de website van het bedrijf werd duidelijk dat een groot deel afhaakt in het betalingsproces. Veel bezoekers klikken op betalen, maar slechts 24% van de bezoekers voltooit deze betaling.
Op deze manier maak je duidelijk aan de lezer welke stappen je hebt gezet en om welke redenen. Dit maakt het enorm gemakkelijk om te lezen. Daarnaast houd je ook voor jezelf structuur in je onderzoek; door altijd een aanleiding te benoemen wordt ook voor jezelf duidelijk waarom je wat doet.
De opmaak
Een goede opmaak helpt met het overbrengen van de boodschap van je onderzoek. De opmaak kan dus zeker een steentje bijdragen aan de structuur van je onderzoek! Geef duidelijk bij elke titel van een hoofdstuk of paragraaf aan waar het een onderdeel van is. Doe het dus als volgt:
- 4 Marketinganalyse
- 4.1 Social Media
- 4.1.1 Instagram
Zo is het voor de lezer altijd duidelijk waarbij het onderdeel hoort.
Maak bijvoorbeeld titels van hoofdstukken, paragrafen en subkopjes verschillend door verschillende lettergrootten, kleuren en diktes te gebruiken. Zo weet de lezer precies wat waar een onderdeel van is. Maak bijvoorbeeld ook al je inleidingen schuingedrukt.